zondag 19 september 2010

Doorbreek de bureaucratie: nieuwe ideeën uit Engeland en de VS


Innovaties in de zorg, bij de overheid en bij andere (semi) publieke instellingen komen vaak moeizaam tot stand.  Er zijn teveel regels, er is weinig ondernemerschap, en innovatie wordt vaak niet beloond maar eerder ontmoedigd. Succesvolle innovaties –die zijn er wel- worden vaak niet op grote schaal toegepast. Het is afhankelijk van individuele instellingen of personen. In het bedrijfsleven worden vernieuwers beloond en groeien ze snel; in de publieke sector niet.

Dit probleem speelt overal. En het wordt des te urgenter omdat overheden moeten bezuinigen terwijl het beroep op voorzieningen eerder toe dan afneemt. In een recent nummer van de Economist las ik hoe men in de VS en Engeland nieuwe instrumenten uitprobeert om vernieuwingen in publieke sector te stimuleren. Het toverwoord is sociale innovatie.

Toen burgemeester Bloomberg aantrad in New York schrok hij van de bureaucratie en inefficiëntie van zijn diensten. Om ze wakker te schudden (en soms te passeren) zette hij het Centre for Economic Opportunity (CEO) op, met een mix van publiek en privaat geld. Sociale ondernemers konden projecten indienen voor armoedebestrijding. De beste projecten kregen overheidsgeld.

Op 22 juli opende Obama in de VS het ‘Social Innovation Fund ‘(SIF). Het fonds is gevuld met $50 miljoen overheidsgeld, aangevuld met $74 miljoen van liefdadigheidsinstellingen. Non-profit organisaties die succesvolle vernieuwende projecten hebben ingevoerd kunnen een beroep doen op het fonds om hun goede projecten verder uit te rollen.

Engeland is ook heel actief; voor Cameron is sociaal ondernemerschap een belangrijk breekijzer om de publieke dienstverlening beter te maken en betaalbaar te houden. Recent introduceerde hij een nieuw financieel instrument, de ‘social-impact bond’. Het werkt als volgt:   

De waarde van het aandeel is gekoppeld aan de mate waarin een non-profit organisatie er in slaagt om een moeilijk sociaal probleem (bijvoorbeeld recidive bij jonge delinquenten) aan te pakken. Private investeerders geven geld aan de geselecteerde organisatie, die daarmee hun ideeën kunnen realiseren en uitrollen. Afhankelijk van de geleverde prestatie (recidive in dit geval) betaalt de overheid een percentage (7.5 – 13%) vergoeding aan de investeerders. Als de prestatie niet wordt geleverd, krijgt de investeerder niets. 

Een heel interessant idee, vind ik: het beloont innovatie, het kost de overheid alleen geld als er succes wordt geboekt, en het financiële risico wordt naar de private investeerder overgeheveld. 

Ik denk dat het tijd wordt om het in Nederland ook maar eens uit te proberen. Als we doorgaan met meer geld pompen in de bestaande bureaucratie lossen we de vele problemen in de zorg en andere publieke diensten niet op. En: er zijn genoeg mensen met (veel) geld, pensioenfondsen, en ondernemende mensen die iets voor de maatschappij willen doen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten