Posts tonen met het label klimaat. Alle posts tonen
Posts tonen met het label klimaat. Alle posts tonen

maandag 4 april 2011

Klimaatverandering is business

Klimaatverandering vraagt niet alleen om mitigatie (o.a. het terugdringen van CO2 uitstoot), maar ook om adaptatie: steden en regio’s staan voor de uitdaging zich aan te passen aan veranderende omstandigheden.  Dichtbebouwde deltagebieden zoals West-Nederland hebben vanuit economisch perspectief een groot belang bij klimaatadaptatie. Niet alleen om mensen en middelen veilig te stellen, maar ook om steden aantrekkelijk te houden voor bewoners, bedrijven en bezoekers. Adaptatie kost de belastingbetaler veel geld, maar levert het ook wat op? Wij deden onderzoek naar de mogelijke economische effecten van klimaatadaptatie op de regionale economie: meer werkgelegenheid, meer inkomen en meer export? Lees hier het rapport.

woensdag 2 maart 2011

Verdienen aan klimaatverandering

Klimaatverandering kost geld: de dijken moeten hoger, rivieren verlegd. Maar er ontstaat ook nieuwe 'business'. Bedrijven bedenken nieuwe oplossingen -drijvende huizen, slimme dijken, groene daken, inklapbare dammen, integrale wateroplossingen- en verkopen die aan klanten in binnen- en buitenland. In opdracht van het Klimaatbureau Rotterdam hebben we (Alexander Otgaar en Erwin van Tuijl van de Erasmus Universiteit en steller dezes) een beeld geschetst van deze nieuwe markt. We interviewden een groot aantal bedrijven, uit verschillende sectoren, om erachter te komen hoe zij nieuwe kansen pakken.

Hieronder volgt een beknopte samenvatting van het rapport.



INVESTEREN IN KLIMAATADAPTATIE

Klimaatverandering vraagt niet alleen om mitigatie (o.a. het terugdringen van CO2 uitstoot), maar ook om adaptatie: steden en regio’s staan voor de uitdaging zich aan te passen aan veranderende weersomstandigheden. Economen stellen daarbij de vraag of de kosten van adaptatie wel opwegen tegen de baten. Belangrijke factoren in deze kostenbatenanalyse zijn o.a. de mate van verstedelijking (concentratie van mensen en kapitaal) en de kwetsbaarheid (risico’s). Deltasteden zoals Rotterdam – geconfronteerd met watertoevoer uit vier richtingen – hebben vanuit economisch perspectief dus een sterk belang bij klimaatadaptatie. Niet alleen om mensen en middelen veilig te stellen, maar ook om steden aantrekkelijk te houden voor bewoners, bedrijven en bezoekers.
In opdracht van het klimaatbureau van de Gemeente Rotterdam hebben we ons echter gericht op nog een andere reden om te investeren in klimaatadaptatie. Het betreft hier het argument dat adaptatie naar verwachting leidt tot een versterking en upgrading van de regionale economie: meer werkgelegenheid, meer inkomen en meer export. De gedachte is dat steden die investeren in klimaatadaptatie tegelijkertijd ook kunnen verdienen aan het veranderende klimaat. In deze samenvatting bespreken we de belangrijkste conclusies en aanbevelingen.

EEN AANZIENLIJK DEEL VAN DE REGIONALE ECONOMIE
Kwantitatief onderzoek laat zien dat klimaatadaptatie betrekking heeft op een aanzienlijk deel van de regionale economie: de bedrijfstakken die behoren tot de ‘productieketen van klimaatadaptatie’ zorgen in totaal voor circa een kwart van alle banen in de Rotterdamse regio (ruim 200,000 banen), arbeidsplaatsen bij kennisinstellingen en overheden niet meegerekend. Tot deze keten behoren onder meer de bouw, architecten- en ingenieursbureaus, verzekeraars, ICT-bedrijven en producenten van grondstoffen en materialen. Deze bedrijfstakken zijn in totaal bovengemiddeld vertegenwoordigd in de Rotterdamse regio. Dit geldt in het bijzonder voor waterbouw, architecten- en ingenieursbureaus, ICT en de productie van metaal en cokes/aardolie. De relevantie van klimaatadaptatie voor de verschillende bedrijfstakken valt echter niet uit de cijfers te herleiden. Daarom hebben we aanvullend kwalitatief onderzoek gedaan.

HET BELANG VAN ADAPTATIE VOOR DIVERSE SECTOREN
Met behulp van interviews, expert meetings en een enquête hebben we inzicht verkregen in het huidig en potentieel belang van adaptatie voor verschillende sectoren. Hieruit blijkt dat klimaatadaptatie bij veel respondenten een rol speelt. Schattingen over het belang van adaptatie – als percentage van de omzet of het aantal arbeidsplaatsen – variëren van 1,7 tot 10%. Het merendeel van de geënquêteerde bedrijven verwacht dat klimaatadaptatie leidt tot nieuwe banen, met name bij ingenieurs- en adviesbureaus. Kortom: klimaatadaptatie heeft betrekking op een aanzienlijk deel van de regionale economie, maar de potentie wordt nog lang niet ten volle benut. Gesprekspartners zien kansen om nieuwe producten en concepten te ontwikkelen en die te exporteren. Voorbeelden van (mogelijke) exportproducten zijn de zandmotor, drijvende woningen en uitklapbare waterkeringen, maar ook kennis en expertise inzake complexe besluitvormingsprocessen (governance). Rotterdam wordt daarbij gezien als een van de vaandeldragers van Nederland Waterland: met een concentratie van kennisinstellingen, toenemende vraag vanuit de publieke én private sector en goede internationale contacten.

AANBEVELINGEN
Rotterdam heeft dus een goede uitgangspositie om te kunnen profiteren van de opkomende adaptatie-economie. Maar wat moet er concreet gedaan worden om deze kansen optimaal te benutten? De studie resulteert in diverse concrete aanbevelingen. Zo adviseren we om door te gaan met de ontwikkeling van showcases om Rotterdam nadrukkelijk op de kaart zetten als leading region in klimaatadaptatie. Ook pleiten we ervoor om innovatie  te stimuleren, o.a. door bedrijven meer ruimte te geven in aanbestedingen, kleine ondernemingen te betrekken bij grote projecten en faciliteiten te bieden voor starters en onderzoekers. Daarnaast zien we een rol voor lokale en nationale overheden bij het stimuleren van private investeringen (burgers én bedrijven) in klimaatadaptatie: via slimme subsidies, maar ook door het aanpassen van regelgeving die de ontwikkeling van klimaatbestendige steden juist bemoeilijkt. Tot slot achten we het van belang dat Rotterdam investeert in de promotie van de regionale en nationale adaptatie-economie. Dat kan door gerichte handelsmissies en een professionele ontvangst van handelsdelegaties, maar ook via evenementen zoals de Wereldhavendagen en (de kandidatuur voor) de Olympische Spelen.

donderdag 15 april 2010

Geld verdienen met klimaatverandering

“Klimaatverandering is geen bedreiging, maar een kans”. Dit soort uitspraken hoor je wel vaker, maar het is natuurlijk onzin want klimaatverandering is wel degelijk ook een bedreiging. Maar ook een kans, want er ontstaan allerlei nieuwe product-markt combinaties. Bedrijven, landen en regio’s die daar slim op inspelen kunnen er economisch voordeel bij hebben. De Pers schrijft vandaag hoe consultants een klimaatneutrale en welvarende toekomst voorspiegelen (zij verdienen er in elk geval nu al goed aan).
Klimaatbeleid wordt steeds vaker ook industriepolitiek. Hoe werkt het? Volgens mij zijn er 3 opties, allemaal met kansen en kosten/risico’s, en dan nog een vierde die wat meer utopisch van aard is.

Optie 1: De overheid maakt strenge nieuwe regels
Bijvoorbeeld: verplicht zoveel % CO2 reductie, of eisen aan duurzaam bouwen waar bedrijven zich aan moeten houden, of mixen van biobrandstoffen.
Bedrijven gaan dan innoveren, en er ontstaat nieuwe economische activiteit (die soms de oude ook verdringt, dus de vraag is wat het netto effect is). Landen met strenge (en slimme!) regels kunnen een kennisvoorsprong opbouwen, en bedrijven daar kunnen dan hopelijk die kennis later verkopen aan ‘tragere’ landen. Maar die truc werkt niet altijd. Er zijn een aantal kosten en risico’s: 1) te strenge regels jagen de (bouw)kosten op, of jagen bedrijven weg; 2) Op welk paard moet de overheid wedden? De technologie verandert zo snel dat niemand precies weet wat de toekomst brengt; 3) het is maar de vraag of de toekomstige baten van ‘kennisexport’ gerealiseerd worden en waar ze terecht komen.

Optie 2: De overheid investeert zelf grootschalig in klimaatgerelateerde activiteiten
zoals: hogere en slimmere dijken (met sensoren erin), deltawerken, waterbergingssystemen CO2 opslag etc, nieuwe grids etc.. Het kost wat extra, het werk wordt innovatief aanbesteed aan bedrijven, die daarmee de kans krijgen om kennis te ontwikkelen, die ze wellicht ook weer elders kunnen verkopen. Een vernieuwend land (of regio) kan bovendien misschien een aanzuigende werking hebben op buitenlandse bedrijven die zich graag in zo’n kenniscluster vestigen. Dergelijke argumenten wordt veel gebruikt, ook in andere discussies zoals de ontwikkeling van de JSF. De vraag is wat slimmer is: zelf veel (belasting)geld investeren in nieuwe kennisontwikkeling (vaak met onzeker perspectief), of prima technologie ‘van de plank’ kopen die elders is ontwikkeld en de belastingeuro's aan andere zaken besteden, zoals zorg of onderwijs? Dat zijn politieke keuze's.

Optie 3 De overheid geeft subsidies voor de ontwikkeling en adoptie van nieuwe klimaattechnologie.
De Duitsers en de Denen (windenergie) hebben dat goed gedaan; Daarmee wordt de kennisbasis versterkt, het opent mogelijkheden voor de groei van een nieuwe industrie, en kennisexport. Voorwaarde is wel dat de subsidies slim zijn opgezet en uiteindelijk gaan ‘renderen’, en dat blijkt in de praktijk niet gemakkelijk. Subsidies gaan ten koste van de staatskas of de belastingbetaler, en met dat geld kunnen ook andere belangrijke dingen gedaan worden; de uitvoering van subsidies kost bovendien veel geld door extra bureaucratie. En de vraag is weer: zelf ontwikkelen of van de plank kopen? Op basis waarvan precies? En: geef je subsidie voor ontwikkelen van nieuwe kennis 9die pas over jaren wordt toegepast), of juist voor het grootschalig toepassen van bestaande kenis/technologie zodat het zoden aan de dijk zet?

Veel steden en regio's (waaronder Rotterdam en Amsterdam) proberen te profiteren van de nieuwe klimaateconomie, en samen met 2 oudcollega's van de Erasmus Universiteit doe ik onderzoek naar de economische impact van klimaatadaptatie in de regio groot-Rotterdam.
Drie van mijn (oud)collega’s hebben een paper geschreven met drie voorbeelden van regio’s waar een combinatie van de opties is toegepast, met succes: Hamburg, Gothenburg en Curitiba.

En dan de laatste optie: de markt doet het zelf.
De ideale wereld: Consumenten en bedrijven worden klimaatbewust en vragen producten/diensten die daarbij passen, of de olieprijs wordt zo hoog dat duurzame energie lonend wordt. Er ontstaan zo, los van overheidsbemoeienis, nieuwe markten en nieuwe werkgelegenheid en kennis. ‘Progressieve’ landen zijn dan op termijn in het voordeel. Maar gezien het chronische korte-termijn denken van de menselijke soort moeten we daar maar niet teveel op hopen. De werkelijke kosten van klimaatverandering zijn nog altijd niet in de prijzen verwerkt....

donderdag 30 juli 2009

Parijs gaat klimaatneutraal: Autolib’

Gelezen in Le Figaro, mijn favoriete Franse krant.

Parijs bindt de strijd aan met de files en de luchtvervuiling. Al sinds een paar jaar kent Parijs de Velolib’: huurfietsen die je op heel veel plekken kunt afhalen en terugbrengen. Het geldt als een groot succes: er wordt enorm veel gebruik van gemaakt, en fietsen in Parijs is nu hip in plaats van levensgevaarlijk. De flamboyante burgemeenter van Parijs, Bertrand Delanoe, is vastbesloten om dit succes te herhalen, maar dan met milieuvriendelijke auto’s. Vanaf 2010 moeten er 3000 tot 4000 electrische auto’s gaan rijden, die je kunt afhalen of terugbrengen bij 1400 locaties (waarvan 700 in Parijs en 700 in de voorsteden en omliggende gemeenten). Een abonnement gaat 15 á 20 Euro per maand kosten, en het gebruik van de auto kost nog eens 5 á 6 euro per half uur. Er is keuze uit twee modellen: één met twee zitplaatsen, en één met vier plus een kofferbak. Drie consortia hebben zich inmiddels gemeld om het ‘business model’ verder te ontwikkelen en uit te voeren. Onder de geïntereseerde partijen zijn de SNCF (Franse spoorwegen), de RATP (het Parijse OV bedrijf), en autoverhuurbedrijven (Hertz en AVIS). De Franse autoindustrie is ook blij met het initiatief : het geeft bedrijven als Renault en PSA de kans om hun achterstand op het gebied van electronische auto’s weg te werken (en er meteen veel te verkopen).

Ik vind het plan vooral interessant omdat het vernieuwend én grootschalig is (en dat lukt in Nederland haast nooit want elk stadje doet z’n eigen leuke dingen). Als het allemaal doorgaat beschikt de regio Parijs (10 miljoen inwoners) straks in één klap over een dekkende infrastructuur voor electronische auto’s (oplaadpunten, service etc.) die ook door individuele bezitters van electronische auto’s gebruikt kan worden. Dat gaat echt verschil maken in uitstoot, geluid, en misschien ook parkeerdruk. Cruciaal is dat de hele regio Parijs meedoet: zo wordt ook het forensenverkeer beïnvloed. We blijven het volgen!

Voor meer info (in het Frans, dat wel): http://www.lefigaro.fr/automobile/2009/07/23/03001-20090723ARTFIG00256-la-sncf-et-la-ratp-interessees-par-autolib-.php