Posts tonen met het label Amstelcampus. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Amstelcampus. Alle posts tonen

vrijdag 2 juli 2010

Slimme nieuwe campus in Aken

Deze week heb ik een studiereis georganiseerd naar Aken, om meer te weten te komen over de ambitieuze plannen voor een nieuwe campus. Ik ben onder de indruk geraakt van de degelijke en doordachte manier waarop men te werk gaat.

Aken heeft een grote technische universiteit, een van de grootste van Duitsland: de RWTH (Rheinisch-Westfalische Technische Hochschule).

Alle technische disciplines zijn vertegenwoordigd, en een aantal jaar geleden kreeg de RWTH het predicaat ‘excellente universiteit’ en behoort daarmee tot de elite van onze oosterburen. Alleen: de stad profiteerde van oudsher economisch maar weinig van haar kennisinstelling. Studenten vetrokken na hun studie, vooral richting het zuiden (Munchen, Stuttgart) waar de meeste technologiebedijven zitten. De laatste jaren is het de RWTH gelukt om veel onderzoeksprojecten samen met de industrie op te zetten. Het is nu de universiteit met de grootste projectportefeuille van Duitsland, nog voor Munchen.

Op die kracht wordt nu verder gebouwd, met de ontwikkeling van een enorm ambitieus campusgebied. Op twee plekken in de stad verrijst een nieuwe campus, en de komende 10 jaren wordt 2 miljard euro geïnvesteerd. De universiteit heeft een speciaal bedrijf opgericht, de Campus GmbH, om het project te realiseren.

Bijzonder aan de campus is het sterke concept. Dat is geënt op de cluster-gedachte: zet onderzoeksgroepen naast bedrijven die in dezelfde technologie geïnteresseerd zijn, en laat ze samen nieuwe dingen bedenken. De RWTH heeft intern een aantal sterke onderzoek-speerpunten geïdentificeerd (met voldoende massa), en vervolgens aan technologiebedrijven gevraagd of ze zich in hetzelfde cluster op de campus willen vestigen. Daar moeten ze wel wat voor doen: een contract tekenen, waarin de aangeven hoeveel contractonderzoek ze gaan doen voor de universiteit, en welke onderwijsverplichtingen ze op zich willen nemen. Onderwijs is dus part of de deal: men hoopt dat de kwaliteit van het onderwijs toeneemt als managers uit het bedrijfsleven komen vertellen hoe het echt werkt. Werknemers van de bedrijven kunnen overigens tegen gereduceerd tarief een part-time masteropleiding aan de RWTH volgen. De nieuwe campus gaat dus bestaan uit een aantal gespecialiseerde ‘mini-campussen’, elk met een toekomstvast en interdisciplinair onderzoeksthema, en soms ook aangevuld met TNO-achtige onderzoeksinstituten zoals Fraunhofer.

Ik zie er wel wat in. Het sterke is dat onderzoek altijd centraal staat, en de universiteit houdt de regie. In toegepaste onderzoeksgebieden –zoals windenergie, verbrandingsmotoren, of nieuwe materialen- is het logisch om heel nauw met bedrijven samen te werken. Er zit veel kennis in bedrijven waar de universiteit niet over beschikt. In dit concept geven bedrijven echt lange-termijn commitment aan de samenwerking, en helpen ook om het onderwijs beter te maken. Het is dus veel strategischer dan voorheen. En je zet ze echt fysiek heel dicht bij elkaar.

Een ander sterk punt is de architectuur en het business-model. Huurders van de campus –bedrijven, of instellingen- kunnen aangeven wat voor faciliteiten ze nodig hebben, en daar wordt hun gebouw dan op aangepast (dan moeten ze wel 10 jaar blijven). Vervolgens wordt een investeerder gezocht. Er is ook voldoende massa, zodat er per ‘mini-cluster’ in specifieke labs kan worden geïnvesteerd. De huren zijn volledig marktconform, er zit geen cent subsidie bij. Overigens sluit het model samenwerking met externen die niet op de campus zitten geenzins uit.

En: Het werkt. Al meer dan 80 bedrijven hebben een samenwerkingsovereenkomst getekend en komen dus naar de campus; de meeste daarvan waren voorheen niet in Aken actief. Al met al wordt verwacht dat er 5,000 kenniswerkers bijkomen dankzij de campus. De bedrijven komen heel graag, ook al omdat het (oa door de vergrijzing) steeds moeilijker wordt om aan afgestudeerde technici te komen. Dit concept biedt hun de kans om bovenop het talent te zitten.

De Duitsers hebben het goed voor elkaar, en zo’n kijkje over de grens zet ook de situatie in Amsterdam even in perspectief. En dat stemt niet vrolijk. Vergelijk dit doordachte concept met ‘onze’ Amstelcampus en het Science Park, en je beseft welke kansen er in Amsterdam blijven liggen. En je krijgt als stad of universiteit niet elk jaar de kans om een campus te bouwen.

Stedenbouwkundig vind ik het overigens allemaal wat minder geslaagd in Aken. Er wordt te weinig gemixt (vooral in het verstgelegen deel van de campus), en waarschijnlijk kun je er na werktijd een kanon afschieten omdat er verder in het gebied niks te doen is.

Voor wie meer wil weten:

http://www.rwth-aachen.de/go/id/zdb


vrijdag 12 juni 2009

Wordt het nog wat met de Amstelcampus?

De Hogeschool van Amsterdam heeft al jaren last van ruimtegebrek, en daarom wordt hard gewerkt aan de Amstelcampus. Zie http://www.amstelcampus.com/

Daar moeten alle afdelingen samen komen, aan de rand van het stadscentrum. Op zichzelf is het een goed idee om een campus niet ergens in een weiland buiten de stad te bouwen (zoals in de jaren 70 in de mode was) maar midden in de stad. Voor studenten is het veel leuker om midden in de stad te studeren. De afstand tussen de hogeschool en de echte wereld wordt er letterlijk door verkleind; en je kunt allerlei voorzieningen (sportfaciliteiten, horeca, openbare ruimtes) delen met andere gebruikers van de stad, met alle voordelen van dien. Bovendien kan de campus helpen om de kop van de Wibautstraat (momenteel niet echt de gezelligste plek van Amsterdam) een facelift te geven. De planners van de gemeente Amsterdam zijn daarom ook enthousiast.


Ik ben zelf iets minder onder de indruk van de plannen. Zoals het zich laat aanzien wordt de campus een weinig samenhangende verzameling gebouwen van de HvA, waarin de domeinen zich zullen vestigen. Iedereen kan blijven doen wat ie altijd al deed, maar nu in een nieuw gebouw. En dat is jammer, want zo’n verhuizing is een uitgelezen kan om nieuwe dingen te doen en nieuwe concepten te ontwikkelen. Alleen: de planvorming wordt gedomineerd door mensen die met hele andere dingen bezig zijn, zoals beheerders (‘waar laat ik onze studenten, hoeveel vierkante meters moeten we claimen’), stadsplanners en stedebouwkundigen (‘hoe passen we de campus in de stad’) en architecten (‘hoe moeten de gebouwen eruit zien’).

De website van de campus is veelzeggend. Je krijgt vooral informatie over welke gebouwen waar komen te staan, en wanneer, plus wat artist impressions. Geen woord over wat er in en rond die gebouwen gaat gebeuren. Maar daar gaat het juist om.

Er is veel te weinig nagedacht over nieuwe thematische concepten of clusters, en hoe je van daar uit een interessante campus kan maken. De campus is ook erg intern ‘HvA’ gericht, er is nauwelijks aandacht voor nieuwe samenwerkingen met bijvoorbeeld de UvA of het bedrijfsleven, of mogelijkheden voor startende ondernemers. Terwijl juist daar veel kansen liggen.

Verzin eerst een concept en ga dan pas ontwerpen

Je zou op de campus bijvoorbeeld een ijzersterk mediacluster kunnen creëren. We hebben het domein mediacreatie, probeer in aanvulling daarop om media-gerelateerde opleidingen van de UvA naar de campus te halen (De HvA vormt tenslotte een bestuurlijke eenheid met de UvA!). Zorg voor de allerbeste faciliteiten (zoals studio’s, ICT voorzieningen, maar ook expositieruimtes). Gebruik die niet alleen voor het onderwijs, maar stel ze ook onder gunstige voorwaarden open voor (startende) bedrijfjes in de mediasector. Maak goedkope werkplekken voor starters, en zorg voor gedeelde faciliteiten zoals receptie, boekhouding en administratie. Begin een medialab waar vernieuwend onderzoek gedaan kan worden door hoogleraren, lectoren, docenten en studenten. Zo worden we een echt ondernemende hogeschool met uitstraling voor de hele stad.

Je kunt ook denken aan een thematische aanpak. Misschien kunnen we opleidingen groeperen rond een thema als duurzaamheid (genoeg te doen op dat gebied), met bijdragen uit verschillende domeinen, combinaties maken met de UvA, en ook weer alle ruimte bieden voor bedrijven, start-ups en onderzoeksprojecten. We kunnen vernieuwende onderzoeksprojecten doen, waar studenten en bedrijven c.q. de gemeente Amsterdam (duurzaamheid is prioriteit nummer 1) samenwerken. Als je een idee hebt over hoe zoiets er uit kan zien, kun je gaan kijken welke technische faciliteiten en ruimten daarvoor nodig zijn, en slimme business modellen ontwikkelen om ze te gebruiken en open te stellen voor iedereen. Zo maak je een inspirerende leeromgeving die ook commercieel interessant is en maatschappelijke meerwaarde oplevert. Eenvoudig is het niet. Zo’n benadering vraagt om creativiteit, nieuwe wegen inslaan, loskomen van vastgeroeste structuren, en nieuwe gemeenschappen en afspraken maken met externe partners.

Bij een verhuizing ligt toch alles overhoop, dus dit is de kans om eens iets nieuws te gaan beginnen.

Helaas is de Amstelcampus teveel gepland vanuit een vastgoed perspectief en naar binnen gericht, in plaats van een sterk concept. De volgorde zou moeten zijn: bedenk eerst, samen met relevante partners, vernieuwende concepten die passen bij 21e eeuws hoger onderwijs; denk vervolgens na welke eisen dat stelt aan de vormgeving en inrichting van een campus; en geef dan pas een opdracht aan een architect of stedebouwkundige. Maar misschien is het nog niet te laat: de campus is nog niet af, er is nog veel mogelijk. Wie pakt de handschoen op?