donderdag 24 juni 2010

Aan het lezen: The rational optimist: how prosperity evolves: deel 1

Matt Ridley is een briljante bioloog die de economie heeft ontdekt. Hij stelt vragen die economen vaak niet meer stellen. Eindelijk weer een boek waarvan ik nu al het moment vrees dat het uit is.

Dit boek gaat over de ultieme bron van onze welvaart: ruilhandel en specialisatie. Bij welvaart denk je al snel aan geld. Fout: het gaat om tijd. Welvaartswinst ontstaat als je tijdwinst weet te boeken door dingen slimmer te doen. Hoe lang moet je werken om een bepaalde hoeveelheid te consumeren?

In 1910 moest de gemiddelde Engelsman 90 uur werken om een kort telefoongesprek tussen Londen en New York te kunnen betalen. Anno 2010 nog maar 2 minuten. In 1950 kostte het een half uur werken om een cheeseburger te kunnen betalen; nu nog maar drie minuten. In de middeleeuwen moest een boer de hele dag hard werken voor een karige maaltijd en een schamel dak boven het hoofd. Anno 2010 hebben de meeste mensen na 1 uur werken het geld voor eten al verdiend, en na 3 uur ook hun hypotheek.

De welvaart is ongelofelijk toegenomen. Interessante observatie: Voor het eerst in de geschiedenis kan de gemiddelde burger het zich kan permitteren om uit eten te gaan, en een ander voor zich te laten koken. En kan hij kiezen uit een onmetelijke variƫteit van maaltijden waar Louis XVI alleen maar van kon dromen. Ongekend.

Imenad heeft uitgerekend dat er in een stad als Londen 1 miljard verschillende producten te koop zijn.

Het is niet efficiĆ«nt om alles wat je consumeert zelf te maken. Wie lukt het om een computer te bouwen, of een auto? De menselijke soort is er in geslaagd, dankzij handel en specialisatie, om een gigantische collectieve intelligentie op te bouwen. Daarmee lukt het onze soort om wonderen te verrichten. Hoe is dat ontstaan? Heel lang leefden neanderthalers en andere mens-achtigen op aarde zonder te handelen, te specialiseren of te innoveren. Hij leefde in een kleine stam, had de neiging om iedereen buiten de stam als vijand te zien –en te vermoorden waar mogelijk-. Hij gebruikte ‘technologie’, zoals een handbijl van steen, maar maakte die zoals een vogel een nest bouwt: mechanisch, instinctief, en iedere keer hetzelfde. Wanneer ging de mens over tot handel en specialisatie, en brak hij daarmee definitief los van de dierenwereld?

Het heeft met koken te maken, zegt Ridley. De mens ontdekte vuur, en koken. En dat leidde, 200.000 jaar geleden, ergens in Afrika, tot de allereerste specialisatie en arbeidsdeling: die tussen mannen en vrouwen. Mannen gaan op jacht naar vlees, vrouwen verzamelen groente, en koken. Een win-win situatie want deze specialisatie het leidt tot een gezond dieet: mannen brengen proteinen (vlees); de vrouw zorgt voor vitaminen en carbohydraten –en de man heeft ook iets te eten als hij een dag niks gevangen heeft-. Bij geen enkele andere diersoort zorgen man en vrouw voor verschillende soorten voedsel, en delen het samen.

Deze slimme Afrikanen hadden grotere overlevingskansen, en breidden zich uit. En gingen verder met arbeidsdeling: eerst binnen de stam, daarna ook daarbuiten. De eerste tekenen van echte ruilhandel tussen stammen dateren van 82.000 jaar geleden. En vanaf toen ging het snel.

- to be continued.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten