“Klimaatverandering is geen bedreiging, maar een kans”. Dit soort uitspraken hoor je wel vaker, maar het is natuurlijk onzin want klimaatverandering is wel degelijk ook een bedreiging. Maar ook een kans, want er ontstaan allerlei nieuwe product-markt combinaties. Bedrijven, landen en regio’s die daar slim op inspelen kunnen er economisch voordeel bij hebben. De Pers schrijft vandaag hoe consultants een klimaatneutrale en welvarende toekomst voorspiegelen (zij verdienen er in elk geval nu al goed aan).
Klimaatbeleid wordt steeds vaker ook industriepolitiek. Hoe werkt het? Volgens mij zijn er 3 opties, allemaal met kansen en kosten/risico’s, en dan nog een vierde die wat meer utopisch van aard is.
Optie 1: De overheid maakt strenge nieuwe regels
Bijvoorbeeld: verplicht zoveel % CO2 reductie, of eisen aan duurzaam bouwen waar bedrijven zich aan moeten houden, of mixen van biobrandstoffen.
Bedrijven gaan dan innoveren, en er ontstaat nieuwe economische activiteit (die soms de oude ook verdringt, dus de vraag is wat het netto effect is). Landen met strenge (en slimme!) regels kunnen een kennisvoorsprong opbouwen, en bedrijven daar kunnen dan hopelijk die kennis later verkopen aan ‘tragere’ landen. Maar die truc werkt niet altijd. Er zijn een aantal kosten en risico’s: 1) te strenge regels jagen de (bouw)kosten op, of jagen bedrijven weg; 2) Op welk paard moet de overheid wedden? De technologie verandert zo snel dat niemand precies weet wat de toekomst brengt; 3) het is maar de vraag of de toekomstige baten van ‘kennisexport’ gerealiseerd worden en waar ze terecht komen.
Optie 2: De overheid investeert zelf grootschalig in klimaatgerelateerde activiteiten
zoals: hogere en slimmere dijken (met sensoren erin), deltawerken, waterbergingssystemen CO2 opslag etc, nieuwe grids etc.. Het kost wat extra, het werk wordt innovatief aanbesteed aan bedrijven, die daarmee de kans krijgen om kennis te ontwikkelen, die ze wellicht ook weer elders kunnen verkopen. Een vernieuwend land (of regio) kan bovendien misschien een aanzuigende werking hebben op buitenlandse bedrijven die zich graag in zo’n kenniscluster vestigen. Dergelijke argumenten wordt veel gebruikt, ook in andere discussies zoals de ontwikkeling van de JSF. De vraag is wat slimmer is: zelf veel (belasting)geld investeren in nieuwe kennisontwikkeling (vaak met onzeker perspectief), of prima technologie ‘van de plank’ kopen die elders is ontwikkeld en de belastingeuro's aan andere zaken besteden, zoals zorg of onderwijs? Dat zijn politieke keuze's.
Optie 3 De overheid geeft subsidies voor de ontwikkeling en adoptie van nieuwe klimaattechnologie.
De Duitsers en de Denen (windenergie) hebben dat goed gedaan; Daarmee wordt de kennisbasis versterkt, het opent mogelijkheden voor de groei van een nieuwe industrie, en kennisexport. Voorwaarde is wel dat de subsidies slim zijn opgezet en uiteindelijk gaan ‘renderen’, en dat blijkt in de praktijk niet gemakkelijk. Subsidies gaan ten koste van de staatskas of de belastingbetaler, en met dat geld kunnen ook andere belangrijke dingen gedaan worden; de uitvoering van subsidies kost bovendien veel geld door extra bureaucratie. En de vraag is weer: zelf ontwikkelen of van de plank kopen? Op basis waarvan precies? En: geef je subsidie voor ontwikkelen van nieuwe kennis 9die pas over jaren wordt toegepast), of juist voor het grootschalig toepassen van bestaande kenis/technologie zodat het zoden aan de dijk zet?
Veel steden en regio's (waaronder Rotterdam en Amsterdam) proberen te profiteren van de nieuwe klimaateconomie, en samen met 2 oudcollega's van de Erasmus Universiteit doe ik onderzoek naar de economische impact van klimaatadaptatie in de regio groot-Rotterdam.
Drie van mijn (oud)collega’s hebben een paper geschreven met drie voorbeelden van regio’s waar een combinatie van de opties is toegepast, met succes: Hamburg, Gothenburg en Curitiba.
En dan de laatste optie: de markt doet het zelf.
De ideale wereld: Consumenten en bedrijven worden klimaatbewust en vragen producten/diensten die daarbij passen, of de olieprijs wordt zo hoog dat duurzame energie lonend wordt. Er ontstaan zo, los van overheidsbemoeienis, nieuwe markten en nieuwe werkgelegenheid en kennis. ‘Progressieve’ landen zijn dan op termijn in het voordeel. Maar gezien het chronische korte-termijn denken van de menselijke soort moeten we daar maar niet teveel op hopen. De werkelijke kosten van klimaatverandering zijn nog altijd niet in de prijzen verwerkt....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten