Een ambitieuze titel, een ambitieus boek, van een ambitieuze auteur die weet waar hij het over heeft. Dat vraagt erom gelezen te worden.
Belabberde besluitvorming
Wat is er mis met grote bedrijven? Heel veel, als we Kalff moeten geloven. Managers en bestuurders zijn vooral met hun eigen machtspositie bezig. Overnames mislukken bijna alijd (in 70% van de gevallen) maar er worden maar geen lessen uit getrokken. Bedrijven zijn er niet goed in om echt nieuwe producten en concepten te ontwikkelen. Liever brengen ze kleine verbeteringen aan in bestaande producten. Bedrijven zijn slecht in relatiemanagement; het lukt ze vaak niet om duurzame, vruchtbare partnerschappen aan te gaan. Onder invloed van de dominante Westenwind worden contracten steeds dikker en gedetailleerder, en neemt het onderlinge wantrouwen toe (terwijl vertrouwen juist essentieel is in een economie waarin waarde wordt toegevoegd in netwerken). Kalff hekelt de wijdverbreide praktijk van benchmarking en het werken met kwantitatieve doelstellingen. Benchmarks doen geen recht aan het unieke karakter van een bedrijf; kwantitatieve targets (vaak gekoppeld aan bonussen!) bieden alleen schijnzekerheid, en leiden vaak tot foute beslissingen die alleen gericht zijn op het behalen van de korte termijn doelstelling. De focus op aandeelhouderswaarde leidt ook al tot korte-termijn denken.
Een betere wereld
In zijn boek presenteert Kalff een nieuw ondernemingsmodel, waarin deze nadelen worden ondervangen door een betere structuur van besluitvorming. Ondernemerschap en het creëren van economische waarde staan daarin centraal. Heel kort samengevat komt het hier op neer: Het bestuur krijgt minder macht, maar wel meer aanzien op de werkvloer, omdat het dichter op de operationele praktijk wordt gezet. Bestuurders moeten bestaande bedrijfsconcepten uitbouwen (door goed te investeren en te organiseren), en ervoor zorgen dat bedrijfsonderdelen goed met elkaar samenwerken zodat de kennis die binnen het bedrijf aanwezig is goed wordt benut. Individuele bestuurders krijgen niet langer de kans om lopende programma’s zomaar de nek om te draaien, of een geheel nieuwe koers te gaan varen. Een zgn. Statutaire Raad moet zorgen voor structurele vernieuwing van het bedrijf: de introductie van nieuwe bedrijfsconcepten en het afstoten van programma’s die te weinig waarde opleveren. Verder is deze Raad ook verantwoordelijk voor financiering van de onderneming (liefst zo weinig mogelijk macht naar aandeelhouders!), en de benoeming en beoordeling van bestuurders. Leden van de raad zijn onafhankelijk, en worden voor 6 jaar benoemd om een lange-termijn perspectief te creëren. Het model maakt een einde aan de vermenging van persoonlijke en bedrijfsbelangen, want persoonlijke financiele prikkels verdwijnen.
Das Kapital is back with a vengeance
De analyse van Kalff is gedegen en overtuigend, en hij onderbouwt zijn stellingen vaak met wetenschappelijk onderzoek. Het boek geeft een schrikbarende inkijk in de puinhoop die veel bedrijven er van maken. En de auteur kan het weten: hij werkte zelf als manager bij Shell en KLM, en hij is actief als investeerder. Zijn nieuwe model leest bijna als een ‘grand design’ voor een betere wereld, met meer arbeidsvreugde, betere beslissingen, meer economische groei, en minder leugen, bedrog en cynisme. Kalff zoekt de oplossing in nieuwe structuren voor de grote onderneming, en staat daarmee, ironisch genoeg, in de Marxistische traditie. “Modern kapitalisme”: Das Kapital is back with a vengeance.
Af en toe is het wat droge kost, en er staan naar mijn smaak nog te weinig voorbeelden in. Kalff is geen groots stylist, hij kan nog wat leren van veel Amerikaanse business auteurs. Maar dat zij hem vergeven, het is tenslotte geen roman. Mijn advies: lezen dat boek!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten